donderdag 12 december 2013

De techniekhoek: het toilet


Vandaag, brak na bloed, zweet en tranen, het moment van de waarheid aan. Het presenteren van de techniekhoek. We waren goed voorbereid en alles verliep zoals gepland.
Voor dit hoekenwerk hadden we zes hoeken gekozen die ik hier nog eens op een rijtje zet:
§  Hoek 1: Poep vegen doorheen de eeuwen. Hier kregen de leerlingen een tekst waarmee ze nadien het juiste ‘poepveegmiddel’ bij de juiste periode moesten kleven. (= tijd)

§  Hoek 2: Strontjes overal ter wereld. In deze hoek kreeg elk groepje een apart werkblaadje om in te vullen. Nadien mochten ze de juiste plaats van het werkblad op de kaart aanduiden. (=ruimte)
§  Hoek 3: hoe zwemt het kakje door de WC? Hier kregen de leerlingen een animatiefilmpje te zien waarover nadien een quiz met klikoefening kwam. (= techniek)

§  Hoek 4: voedsel doorheen het lichaam. In deze hoek mogen de leerlingen een kwartet spelen over de spijsvertering. (= natuur)


§  Hoek 5: van mond tot stront. Hier mochten de leerlingen de peristaltische beweging ontdekken. Ze deden dit aan de hand van koekjes malen en ze door een darm laten schuiven tot in de WC. (= natuur)

§  Hoek 6: Hoe wordt water gezuiverd? De leerlingen moesten vuil water door het waterzuiveringssysteem halen en zo ‘proper’ water te krijgen.

Is dit nu gelukt?
Wel, ik ben tevreden. Het technisch systeem van de matrix was duidelijk aanwezig. Het begrijpen zat in hoek 2, de soorten toiletten in de wereld, het hanteren bij het water zuiveren en het duiden bij het toiletpapier doorheen de tijd. Het technisch proces was niet heel duidelijk merkbaar maar de materialen wel. De leerlingen werden ondersteund door een tijdlijn, wereldkaart, waterzuiveringsmateriaal en filmpjes.
 
Ook keuzes kwamen aan bod. We kozen ervoor om de waterzuivering in verschillende stappen te laten zien, om verder naar de wereld te kijken dan alleen België of Europa, …
We hebben hier inderdaad leuke, grappige en absurde informatie tegen. Dit heeft mijn beeld over het toilet verandert en ik ben tot de conclusie gekomen dat leerkrachten niet tussen de lijntjes moeten blijven!


woensdag 27 november 2013

Evalueren


Evalueren. Lijkt toch heel duidelijk en simpel op het eerste gezicht, niet? Maar zoals ik geleerd heb in deze les komt hier veel meer bij kijken.
 
Bij evalueren denk ik aan punten geven, op het einde van een geheel, de testen en permanent. Dit mogen we zeker niet ui het oog verliezen. Veel belangrijker bij sommige leerlingen is de groei die ze doormaken. Dit gaat ook de leerling zelf stimuleren om door te gaan. Eveneens zijn de testen ook belangrijk. Directie, ouders willen weten waar de leerlingen staan. Persoonlijk vind ik dit minder goed. En zwakkere leerling die na een lange, vermoeiende weg middelmatig presteert is in het proces gezien heel goed. De weg die leerlingen hebben afgelegd moet zeker ergens opgenomen worden. Daarom vind ik het belangrijk dat er ook punten staan op attitudes en vaardigheden.
Wat ik vandaag ook geleerd heb is dat evalueren en rapporteren niet stopt bij een punt geven.  Natuurlijk volgt hier achter remediëring, extra hulp, moeilijke oefeningen aanbieden, …
 
Ook over duurzame ontwikkeling is mijn kennis bijgeschaafd. Hierbij denk ik aan de aarde helpen zodat later onze kinderen en leerlingen er ook nog veel aan hebben. Om dit in lessen te integreren vind ik eigenlijk wel moeilijk, ook bij het hoekenwerk over techniek. Want in het hoekenwerk over techniek past dit helemaal.
In onze ogen lijkt het logisch dat je dit in het achterhoofd houdt maar bij kinderen is dit niet evident. Daarom hebben we dit ook in ons hoekenwerk gestoken. Hoe kunnen wij de wereld met kleine stapjes helpen en wat kunnen we hiermee doen in de toekomst. Bij het toilet is dit ook niet zo evident maar je kan het wel degelijk gebruiken. Zo bijvoorbeeld om het toilet van de toekomst te ontwerpen die duurzaam is.

Dat is onze slogan voor het hoekenwerk!

vrijdag 25 oktober 2013

Techniek rond het toilet



Bij deze heb ik dus al veel bijgeleerd over techniek. Omdat mijn kennis hier vrij beperkt bij is, is mijn motivatie ook niet om van de daken te schreeuwen. Toch ga je hier breder naar kijken dan alleen techniek die voor je neus ligt zoals elektriciteit, constructies maken, … Ik heb ook geleerd dat techniek veel groter en interessanter is dan dat. 

Zoals bijvoorbeeld bij het toilet. Je denkt, wat kan je nu doen met een toilet. Iedereen bekijkt mij raar als ik zeg dat we techniek van een toilet moeten uitpluizen. En dit is niet zo bizar. Als je op zoek gaat naar het toilet op internet, krijg je de meest grappige, vieze, en absurde informatie. Maar door deze informatie krijg je een bredere blik op techniek en ga je niet alleen focussen op het toilet zelf. Je komt dan uit bij de evolutie, wat gebeurt er voor het toilet gebruikt wordt, wat gebeurt er met het water erna, ... Van een heel bijzonder en een beetje een raar onderwerp kom je tot leuke en terwijl ook interessante informatie.

Even terzijde van de les W.O. is dat ook groepswerken niet even gemakkelijk zijn. Ieder wilt zijn ideeën er  graag in verwerken en zo kunnen er dan discussies ontstaan. Als volwassen mensen moeten wij hier dan kunnen uitkomen maar ik heb gemerkt dat dit niet altijd even gemakkelijk is. Ik geef me hier evenveel schuld van als andere leden. Wat we dus geleerd hebben is dat inzet heel belangrijk is maar ook pauzeren en het hoofd leegmaken is hier onmisbaar mee verbonden. 

zaterdag 12 oktober 2013

Techniek


Ook al leven we in een technologische maatschappij, techniek is niet echt aan mij besteed. Als ik een probleem heb met mijn PC, roep ik mijn broer. Als er iets niet werkt aan de TV, roep ik broer. Met andere woorden is mijn technische achtergrond vrij beperkt. Mijn broer daarentegen heeft deze achtergrond wel. Hij zit in het laatste jaar BSO en af en toe vindt hij zich dom omdat hij in het BSO zit.
In het secundair onderwijs heb ik af en toe elektriciteit gehad maar zeker niet goed. Wat ik wel heb is de techniek van het koken. Deze techniek even uitgesloten, staat mijn niveau van techniek op een laag pitje. Bij deze heb ik dan veel bijgeleerd uit deze les.
Wat volledig nieuw is, zijn de rare schema over invalshoeken en het technisch proces. Toch zien deze er makkelijk hanteerbaar uit. Zo weet je waar je meer aandacht aan moet besteden en waar je sneller mag overgaan. Dit kan zeker makkelijk zijn in stagelessen maar ook voor het groepswerk. Ik vind deze opdracht zeker interessant omdat je hier breder moet gaan kijken dan één thema. Techniek is zeer breed maar door verder te kijken kan je tegelijkertijd breder gaan zoeken en juist specifiëren.

Techniek zit niet in mijn vingers, dus ik hoop zeker dat ik hier nog veel over ga leren. Nu kan ik al op leerschool bij mijn toch slimme broer uit het BSO.

woensdag 9 oktober 2013

Inspectieverslag stageschool


Als ik later een eigen klas heb die geïnspecteerd wordt, weet ik nu al dat ik niet op springen ga staan om het verslag te lezen. Mijn eerste indruk zegt dat dit een hele saaie tekst is die nochtans heel belangrijk is. Bij het dieper bestuderen is het werkelijk een saaie maar ook moeilijke tekst. Verschillende paragrafen heb ik meermaals moeten leze vooraleer ik wist wat ze bedoelen.

Toch heb ik geleerd dat dit verslag doorslaggevend kan zijn voor een school. Maar volgens mij heeft dit ook gevolgen op mijn eigen lespraktijk in die school. Hieronder staan een paar elementen die me opvielen:
-          Er is een gezond evenwicht tussen het gebruik van handleidingen en eigen materiaal. Dit vind ik interessant omdat ik zelf altijd extra materiaal voor de leerlingen zoek. Een handboek is een goede houvast voor de les waar ik mezelf ook aan optrek. Doch ben ik van mening dat ander materiaal de leerlingen een andere motivatie geeft. Voor hen is het ook goed om eens af te wisselen.

-          Wat me ook opviel was dat er een tekort aanbod is voor vakoverschrijdende eindtermen. Misschien is het moeilijk om ICT en leren leren extra te geven in de lessen maar naar mijn mening kan dat worden geïntegreerd. Ik vind het mijn doel om deze eindtermen extra in de verf te zetten. Niet dat mijn stageschool een beter inspectieverslag zou krijgen, nee. Ik ga wel proberen om bijvoorbeeld met de computer leerlingen da landen van de EU laten oefenen, een filmpje laten zien hoe een kerncentrale werkt, …

-          Een ander minpunt is dat er veel frontaal word lesgegeven. Waarom laten we de leerlingen geen meester of juf spelen? Ik verander veel van werkvormen dus dit mag voor mijn klaspraktijk geen probleem zijn.

zondag 29 september 2013

SWOT- analyse























Uitleg bij mijn SWOT
Al praktisch heel mijn leven zou ik graag leerkracht willen worden. Daarom ben ik ook heel gemotiveerd en laat dit dan ook zien in mijn lespraktijk. Ik ben heel uitbundig maar af en toe laat ik mijn Antwerpse klanken dan boven komen. Ik weet perfect hoe ik algemeen Nederlands moet praten. Als ik dan lesgeef en er komen een paar Antwerpse woorden in denk ik steeds bij mezelf, potverdorie nu doe ik het weer! Zeker als het dan gaat over ‘kwart na’ bij de klok of ‘kalenders’. Enkele vrienden doen dit bijna automatisch en af en toe zeggen ze wel eens ‘Cynthia, u taal!’. Ik probeer hier zeker op te letten maar als ze thuis geen AN spreken is dit nogal lastig om steeds aan te denken.
Gestructureerd- organisatie
Gestructureerd ben ik overal in mijn leven. Niet dat alles altijd perfect hetzelfde moet zijn, nee maar ik heb overal een goede opbouw. Dit ook in mijn lessen. Bij een les over tijd had ik een leuk inleidend filmpje, nadien konden de leerlingen een tijdlijn maken, het bordschema werd goed opgebouwd. Daarmee dacht ik dat ok organisatorisch ook goed zat maar dat was minder goed. Bij en les over kalanders vroeg ik alle leerlingen rond één eiland en dit was complete chaos. Ik heb ook verschillende keren gevraagd voor stilte, dat leerlingen eens oplette en daardoor stond ik af en toe op het randje mijn geduld te verliezen. Om dit zeker nooit meer te laten gebeuren moet dit perfect genoteerd staan in mijn lesvoorbereiding en gaat dit zeker een aandachtspunt worden.
Leefwereld – activeren- visueel

Het kleine probleempunt bij organisatie is zeker geen drempel om af te wisselen in werkvormen. Ik vind het belangrijk dat ook de leerlingen gemotiveerd blijven. Dit doe ik dan door aan te sluiten bij hun leefwereld door kalenders mee te nemen over dieren of met een filmpje van Winnie De Pooh. Door altijd veel materiaal bij te hebben, werk ik heel visueel wat de leerlingen eerst en vooral ‘kei tof’ vinden en ze leren hier ook beter uit. Het materiaal ligt niet alleen in de klas op een hoopje, nee de leerlingen werken hier ook mee. Ze elk moment aan het werk zetten en zelf laten ontdekken hoe alles in zijn werk zit, werkt motiverender. Ze zijn dan ook steeds actief aan het werk.

Al bij al vind ik mezelf geen slechte leerkracht. Ik weet dat er op alle vlakken nog verbetering mogelijk en daar ga ik extra op letten dit jaar.

zaterdag 28 september 2013

Educatief aanbod

Educatief aanbod, educatieve uitgave. Wat in hemelsnaam moet ik mij daar bij voorstellen? Nu dat ik het weet, ben ik heel blij dat ik het weet.

Om een educatieve uitgave te zoeken leek het mij heel gemakkelijk en evident om naar Google te gaan en in te typen: educatieve uitgave. Uiteraard heeft bijna elke uitgeverij wel zo een uitgave ne bleek ik geen stap verder te zijn. Bij het trefwoord ‘educatief aanbod’ kreeg ik concretere zoekresultaten. In dieper onderzoek, door verschillende linken te openen, kwam ik tot de conclusie dat musea, organisaties allemaal wel een speciaal aanbod hadden voor scholen. Zo dacht ik bijvoorbeeld aan de boekenbeurs, jeugdboekenweek en ik ging ik even verder nadenken. Ik kwam uit bij WWF.

De ecologische voetafdruk: voetzoekers junior, is de titel van het aanbod dat ik heb gevonden. Deze kit bestaat uit allerlei activiteiten rond de ecologische voetafdruk. De website trok mijn aandacht maar ook wat je er allemaal mee kunt doen. Het kit bestaat vooral uit educatieve spelletjes maar ook uit werkblaadjes. Ik heb verschillende documenten open gedaan en heel het thema sprak me aan. Alles is heel mooi verzorgd, bij de leefwereld van kinderen en echt interessant. Er is een inleiding verhaal over de voetafdruk, informatie erover en wat de leerlingen er tegen kunnen doen. Je ziet dus duidelijk het proces inleiding, wat en oplossingen. Deze spelen zich af op klein en groter niveau. Om af te sluiten zijn er enkele spelletjes om te reflecteren.
Wat ik hier goed aan vind, is dat alles zich opbouwt. Eerst een inleiding, dan wat informatie geven en er nadien mee aan de slag te gaan. Het is misschien niet iets wat kinderen interessant vinden maar door een leuke inkleding kan dit tot een leuke lessenreeks uitmonden.

Wat betreft de visie van W.O. zit dit hier wel goed. Men vertrekt vanuit een thema en gaat daar alle kanten mee op. Met andere woorden multi-perspectief: de leerlingen moete neen brief schrijven, een rekenblaadje maken, … Het aanbod laat de leerlingen zelf uitzoeken wat hun voetafdruk is, zelf een brief schrijven, ze werken dus initiatief nemend en actief. Men varieert eveneens met werkvormen: spelletjes, werkblaadjes, schrijven en dit allemaal met de interesses van de leerlingen in het achterhoofd.
link: http://www.wwf.be/nl/scholen/educatief-aanbod-basisonderwijs/ecologische-voetafdruk/voetzoekers-junior/787_20


dinsdag 24 september 2013

Visie op W.O.


Omdat een blog maken op zich al iets heel nieuws is voor mij, zal ik hierin ook al vele veranderingen ontdekken. De blog is iets persoonlijks, maar het moet toch W.O.- gerelateerd zijn. Wat is voor mij de perfecte combinatie tussen mijn persoonlijkheid en het gebied W.O.? Wel, ik denk dat deze blog- homepage er wel goed uit ziet.

Dus, wat hebben we al geleerd vandaag:
·         Punt 1: dankzij de leerkracht W.O. kan ik een blog maken
      ·         Punt 2: er bestaat zoiets als een mix tussen jouw persoonlijkheid en die van het onderwijs   (hier: W.O.)
      ·         Punt 3: ik heb de kriebels van het bloggen nu al te pakken!

W.O. is niet altijd mijn favoriete vak geweest, maar het leren op zich wel. Nu we gisteren de vraag kregen wat is jouw visie op het onderwijs was dit een makkie: leerlingen moeten actief zijn, je moet ze boeien,… maar wat is er ni zo speciaal aan de visie specifiek op wereldoriëntatie? Die vraag leek mij heel moeilijk. Uiteindelijk kwam ik uit op concreet/ aanschouwelijk, leerlingeninitiatief en actief.

Nadien hebben we overlegd in kleine groepjes en daarna heeft heel de klas hun bevinden bij elkaar gegooid. hier kwamen we uit op een mooie opsomming: basisinzichten, leerlijnen,... allemaal onderdelen waar ik nog niet aan gedacht heb.
uiteraard weet ik ook dat je moet afwisselen in werkvormen en de leerstof moet rekenen houden met de leefwereld. Doch, vraag ik me af of ik deze elementen in mijn stage heb gestoken. hierbij ben ik gaan denken. En ja, die elementen zaten er deels in.
In de stage vorig jaar moest ik lesgeven over carnaval in het tweede jaar. dit is sowieso al in de leefwereld van kinderen. Maar ik had het er niet alleen over gehad, ik had eveneens een grote verkleedkoffer bij. Hiermee werkte ik dan ook heel aanschouwelijk.
Bij deze heb ik dan mijn eerste leerervaring gehad. Neem niet de handleiding volledig over, neem eens een uitdagender werkblaadje dan 'het konijn'. En bovenal, een andere W.O. visie kan een meerwaarde geven aan de lespraktijk.